Verplichtingen vanuit de Arbowet

Vanuit de Arbowet is elke organisatie verplicht om beeldschermwerkbeleid te ontwikkelen en uit te voeren. In het Arbobesluit en de Arboregeling zijn eisen opgenomen voor beeldschermwerk.

Deze eisen zijn gebaseerd op de EG-richtlijn nr. 90/270/EEG van 29 mei 1990 (Pb EG L 156).

Zorg als werkgever voor:

  • Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E): De werkgever moet gevaren met fysieke belasting voorkomen door onder meer (vooraf) de werksituatie te inventariseren en (regelmatig) te evalueren (art. 5.3 en art. 5.9).
  • Voorlichting: De werkgever moet de werknemer voorlichten over mogelijke risico's en maatregelen (art. 5.5).
  • Iedere medewerker met beeldschermwerk dient regelmatig de gelegenheid tot een oogonderzoek te krijgen. Als uit dit onderzoek blijkt dat er een beeldschermbril of andere correctiemiddelen nodig zijn, zorgt de werkgever voor verstrekking, eventueel via een vergoedingsregeling (art 5.11);
  • Bij plaatsonafhankelijk werken moet de werkplek ingericht zijn volgens de ergonomische beginselen, tenzij dit redelijkerwijs niet van de werkgever kan worden gevergd (Arbobesluit art. 5.4 en 5. 12).
  • Indien de werknemer plaatsonafhankelijke arbeid verricht in de eigen woning, dan wordt door de werkgever, tenzij de werknemer daar reeds uit eigen hoofde over beschikt, een werkplek als bedoeld in artikelen 5.4 en 5.12 ter beschikking gesteld.
  • De arbeid aan een beeldscherm is zodanig georganiseerd dat deze arbeid op gezette tijden wordt afgewisseld door andersoortige arbeid of door een rusttijd, zodanig dat de belasting van het verrichten van de arbeid aan een beeldscherm wordt verlicht (Arbobesluit art. 5.10).
  • Indien de werknemer plaatsonafhankelijke arbeid verricht in de eigen woning, dan worden door de werkgever, tenzij de werknemer daar reeds uit eigen hoofde over beschikt, voorzieningen voor kunstverlichting als bedoeld in artikel 6.3, tweede lid, ter beschikking gesteld (Arbobesluit art. 1.48)
  • Beschikbaarheidgegevens: In geval van het verrichten van plaatsonafhankelijke arbeid zijn van de werknemer bij de werkgever gegevens beschikbaar omtrent naam, adres en woonplaats alsmede van de werkzaamheden die door hem worden verricht en van de stoffen, hulpmiddelen en werktuigen die daarbij worden gebruikt (Arbobesluit art. 1.51).
  • Programmatuur: software die wordt gebruikt bij beeldschermwerk moet voldoen aan ergonomische eisen. De software is aangepast aan de taak die werknemers uitvoeren en is makkelijk te gebruiken en aan te passen aan het niveau van de gebruiker (Arboregeling art. 5.3).
  • Apparatuur en meubilair moeten voldoen aan de ergonomische eisen (Arboregeling art. 5.1)

Eisen voor beeldschermwerkplekken zijn niet van toepassing op:

  • werkplekken waarbij een werknemer gewoonlijk minder dan twee uur per etmaal gebruikmaakt van een beeldscherm (Arbobesluit art. 5.8).
  • zogenoemde draagbare systemen die niet aanhoudend worden gebruikt op een werkplek (Arbobesluit art. 5.8).

Specifiek voor de kantooromgeving geldt:

  • De afmetingen van de arbeidsplaats zijn zodanig dat de medewerker bij het verrichten van zijn arbeid over voldoende bewegingsruimte beschikt (Arbobesluit art. 3.19).
  • De werkgever moet voorkomen dat medewerkers gezondheidsschade lijden vanwege een te koud of te warm klimaat (Arbobesluit art. 6.1). De apparatuur brengt geen hinderlijke warmte voort (Arboregeling art. 5.2).
  • De werkgever moet zorgen voor voldoende ventilatie ('schone lucht'). De werkgever moet voorkomen dat medewerkers hinder of schade ondervinden door tocht (Arbobesluit art. 6.2).
  • In een werkruimte moet voldoende daglicht binnenkomen of voldoende verlichting zijn (Arbobesluit art. 6.3). Hinder door reflecties wordt zoveel mogelijk vermeden (Arboregeling art. 5.2).
  • Rechtstreeks invallend zonlicht kan worden geweerd (Arbobesluit art. 6.4.).
  • Het geluid dat de apparatuur voortbrengt verstoort de concentratie niet (Arboregeling art. 5.2).

Meer informatie hierover vind je in Beeldschermwerk in de Arbowet.

Ergonomische werkplek ook voor plaatsonafhankelijk werken

Het is belangrijk dat organisaties en medewerkers zich realiseren dat op plaatsonafhankelijk werken de Arbowet onverkort van kracht is. Per 1 juli 2012 is weliswaar de wetgeving versoepeld, maar de werkgever heeft nog steeds zijn verplichtingen. Dit betekent dat de werkgever niet hoeft te voldoen aan concrete eisen in hoofdstuk 3 van het Arbeidsomstandighedenbesluit (Inrichting arbeidsplaatsen), zoals vluchtwegen, nooduitgangen, brandbestrijding, voorkomen valgevaar, etc. Wel moet de organisatie beschikken over een RI&E, voorlichting geven en zorgen voor een ergonomische werkplek.

Dat de Arbowet ook voor plaatsonafhankelijk werken geldt, kan soms lastig zijn. Voor gemeenten kan het zelfs een reden zijn om plaatsonafhankelijk werken niet mogelijk te maken voor medewerkers. Daarbij speelt de vrees voor een claim indien een medewerker klachten krijgt. Deze vrees wordt bevestigd door jurisprudentie waarin een thuiswerker een schadevergoeding ontvangt, hierbij was de werkgever nalatig met betrekking tot belangrijke zaken in zijn zorgplicht.